Hoofdstuk 11 Artificial Intelligence

Redacteuren: Groep 11

Wat is belangrijk?

  • 11.1 Intelligence and Machines - Introductie op AI.
  • 11.3 Reasoning - Belangrijk om de zoekmechanismen te snappen.
  • 11.4 Additional Areas of Research - Begrijpen welke problemen er zijn, de dikgedrukte woorden in de paragraaf snappen.

Wat is onbelangrijk?

eta

  • 11.2 Perception - Niet bij MIK van toepassing.
  • 11.5 Artificial Neural Networks - Gaat er te diep op in.
  • 11.6 & 11.7 Extra informatie.

Tien beste tentamenvragen (inclusief antwoorden)

  1. Wat is het verschil tussen de breadt-first en de dept-first methode bij het maken van een decision tree? Antwoord: De breadt-first methode maakt de boom per laag, en maakt hem dus voor alle opties. De dept-first methode gaat alleen verder met de volgens hem beste optie. (Carly Hill)
  2. Welke 3 manieren van leren zijn er? Geef hierbij aan welke manier de computer autonoom(zelf en zonder tussenkomst van de mens) uit kan voeren. Antwoord: Imitatie, supervised training en reinforcement, deze laatste kan door de computer autonoom uitgevoerd worden. (Carly Hill)
  3. Leg uit wat meta-reasoning is. Antwoord: Dit is het redeneren over het redeneren. Een systeem beschikt over meta-reasoning wanneer het een zelfreflectie kan toepassen op het eigen functioneren. (Gersom van Ginkel)
  4. Hoe noem je een systeem dat de oorzaak en gevolg redenering van een professional in een bepaalde situatie probeert na te bootsen? Antwoord: Een 'expert system'. (Gersom van Ginkel)
  5. Wat is het doel van evolutionary programming? Antwoord: Programma’s ontwikkelen door deze toe te staan zichzelf te ontwikkelen in plaats van ze expliciet te schrijven. (Rolien Lucker)
  6. Wat is A * algorithm (“A star algorithm”)? Antwoord: Een aangepaste versie van het best passende algoritme dat een optimale oplossing vindt. (Rolien Lucker)
  7. Noem een voordeel van het toepassen van logic programming in een AI. Antwoord: Logic programming biedt een oplossing voor een zo naadloos mogelijke integratie tussen opgeslagen kennis, en de handeling die naar die kennis wordt verricht. (Rutger de Graaf)
  8. Een mogelijke strategie in het vinden van een oplossing voor een probleem gebruikt 'genetic algorithms'. De term lijkt zowel in naam als methodologie op zijn biologische variant en bevat ook de termen 'chromosome' en 'gene', waar de chromosome een enkele oplossing is, en een gen een enkele stap naar die oplossing. Wat is nou eigenlijk precies een 'genetic algorithm'? antwoord: het is een strategie in de probleemoplossing die een willekeurige oplossing probeert (een chromosome), en net zo lang blijft proberen tot het werkt. Bij iedere nieuwe poging(chromosome) leert hij wat een betere oplossing zou zijn voor een bepaalde stap (gene). Betere genes leiden uiteindelijk tot een betere oplossing. (Rutger de Graaf)
  9. Uit welke drie hoofdcomponenten bestaat een productie systeem("production system")? Antwoord: a collection of states, a collection of productions(rules or moves) en een control system.(Tijmen Henrich)
  10. Wat is een state graph? Antwoord: een manier om alle states, productions en preconditions te representeren in een productie systeem("production system").(Tijmen Henrich)

Voorgestelde tentamenvragen (inclusief antwoorden)

Niet-redacteuren mogen hier tentamenvragen voorstellen.

  1. Wat is het verschil tussen de breadt-first en de dept-first methode bij het maken van een decision tree? Antwoord: De breadt-first methode maakt de boom per laag, en maakt hem dus voor alle opties. De dept-first methode gaat alleen verder met de volgens hem beste optie. (Carly Hill)
  2. Welke 3 manieren van leren zijn er? Geef hierbij aan welke manier de computer autonoom(zelf en zonder tussenkomst van de mens) uit kan voeren. Antwoord: Imitatie, supervised training en reinforcement, deze laatste kan door de computer autonoom uitgevoerd worden. (Carly Hill)
  3. Leg uit wat meta-reasoning is. Antwoord: Dit is het redeneren over het redeneren. Een systeem beschikt over meta-reasoning wanneer het een zelfreflectie kan toepassen op het eigen functioneren. (Gersom van Ginkel)
  4. Hoe noem je een systeem dat de oorzaak en gevolg redenering van een professional in een bepaalde situatie probeert na te bootsen? Antwoord: Een 'expert system'. (Gersom van Ginkel)
  5. Wat is het doel van evolutionary programming? Antwoord: Programma’s ontwikkelen door deze toe te staan zichzelf te ontwikkelen in plaats van ze expliciet te schrijven. (Rolien Lucker)
  6. Wat is A * algorithm (“A star algorithm”)? Antwoord: Een aangepaste versie van het best passende algoritme dat een optimale oplossing vindt. (Rolien Lucker)
  7. Noem een voordeel van het toepassen van logic programming in een AI. Antwoord: Logic programming biedt een oplossing voor een zo naadloos mogelijke integratie tussen opgeslagen kennis, en de handeling die naar die kennis wordt verricht. (Rutger de Graaf)
  8. Een mogelijke strategie in het vinden van een oplossing voor een probleem gebruikt 'genetic algorithms'. De term lijkt zowel in naam als methodologie op zijn biologische variant en bevat ook de termen 'chromosome' en 'gene', waar de chromosome een enkele oplossing is, en een gen een enkele stap naar die oplossing. Wat is nou eigenlijk precies een 'genetic algorithm'? antwoord: het is een strategie in de probleemoplossing die een willekeurige oplossing probeert (een chromosome), en net zo lang blijft proberen tot het werkt. Bij iedere nieuwe poging(chromosome) leert hij wat een betere oplossing zou zijn voor een bepaalde stap (gene). Betere genes leiden uiteindelijk tot een betere oplossing. (Rutger de Graaf)
  9. Uit welke drie hoofdcomponenten bestaat een productie systeem("production system")? Antwoord: a collection of states, a collection of productions(rules or moves) en een control system.(Tijmen Henrich)
  10. Wat is een state graph? Antwoord: een manier om alle states, productions en preconditions te representeren in een productie systeem("production system").(Tijmen Henrich)
Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License